vrijdag 15 november 2013

Transitie AWBZ gaat achterwaarts naar voren, terwijl daar geen enkele reden toe is....

De langdurige AWBZ zorg wordt ingrijpend hervormd. De lichtere zorg wordt uit de AWBZ gehaald en overgeheveld naar de WMO (gemeenten). Deze operatie gaat gepaard met een korting van 25%. De hervorming van de AWBZ heeft veel voeten in de aarde. Burgers die te maken krijgen met de hervorming maken zich zorgen omdat zij nog geen idee hebben op wie zij in de toekomst een (extra) beroep kunnen doen om zorgtaken op zich te nemen. De transitie loopt niet bepaald van een leien dakje. Toch is er een relatief eenvoudige oplossing voorhanden.

Wat is er aan de hand. Na het bestuderen van deze kwestie ben ik er achter gekomen, dat er over de volle breedte en op alle niveaus, steevast een essentieel aspect over het hoofd wordt gezien. In het transitieproces ligt het zwaartepunt vooral op 'zorg' en nog specifieker op de overheveling van de lichtere zorg van het formele-zorgdomein naar het informele-zorgdomein. Hierbij wordt nauwelijks stilgestaan bij het feit dat 'zorg' in het 'formele-zorgdomein' totaal anders in elkaar steekt dan in het 'informele-zorgdomein'. Dit heeft tot gevolg dat het transitieproces onnodig stagneert en het zicht op een oplossing continu wordt belemmerd.
Om het proces een andere wending te geven, heb ik een eenvoudige oplossing bedacht. Deze oplossing houdt rekening met specifieke en kenmerkende eigenschappen van het 'informele-zorgdomein'. Met behulp van deze oplossing zijn burgers in staat om zelf in korte tijd én met nieuw elan, nieuwe (real life) sociale netwerken te creëren. Hierdoor ontstaat er meer schwung en dynamiek. Mijn oplossing bespaart ook veel geld.

Huidige toestand

Burgers die behoefte hebben aan lichtere zorg moeten dit vanaf 2015 in principe zelf organiseren of betalen en kunnen pas bij hun gemeente aankloppen als zij (te) weinig verdienen. Vooral ouderen en mensen met een beperking maken gebruik van de langdurige zorg. Veel gehoorde vragen zijn:
  • Hoe kunnen we (burgers) zelf regie houden over ons leven, zorg en welzijn?
  • Hoe kunnen er nieuwe sociale (zorg)netwerken ontstaan?
Het is duidelijk. De aanzet voor de hervorming van de AWBZ zijn de alsmaar stijgende kosten van de zorg, maar het wezen van deze maatregel is de overheveling van een deel van de langdurige zorg van het 'formele-zorgdomein' naar het 'informele-zorgdomein'.
De gang van zaken rondom zorg heeft in beide zorgdomeinen, tussen start en finish, een eigen (apart) én kenmerkend (interactie)patroon. Deze patronen manifesteren zich op alle niveaus en in alle contexten van het domein. In het dagelijks leven staan we hier niet vaak (meer) bij stil en bestempelen de gang van zaken waarschijnlijk als 'normaal' en 'vanzelfsprekend'. Naar mijn mening is het verschil echter zo essentieel, dat we er niet zomaar aan voorbij kunnen gaan. Het verschil in een notendop...
  • In het formele-zorgdomein doen persoonlijke relaties er niet toe. 
  • In het formele-zorgdomein draait het allemaal om ‘zorg’ en de wisselwerking in de puur functionele relatie tussen ‘de zorgvrager’ en ‘de zorgverlener’. 
  • In het informele-zorgdomein werkt het precies andersom.
In het informele-zorgdomein draait het vóór alles om persoonlijke relaties. Als mensen in dit domein voor elkaar zorgen, dan is dat louter een uitvloeisel van hun persoonlijke relatie.
Met andere woorden. Wat in het formele-zorgdomein uitstekend werkt, werkt niet in het informele-zorgdomein en omgekeerd. In feite gaat het transitieproces nu achterwaarts naar voren, terwijl daar geen enkele reden toe is.
  • In het formele-zorgdomein gaat het van start tot finish louter over zorg
  • In het informele-zorgdomein gaat het van start tot finish vóór alles over wederkerige en persoonlijke relaties en pas daarna over zorg
In het informele-zorgdomein zijn het vooral 'verwanten en familieleden' die van nature voor elkaar zorgen wanneer dat nodig is. Zo gaat het al sinds mensenheugenis. Ook in de toekomst zal daar niet veel aan veranderen.

Focus op netwerk

In het huidige transitieproces AWBZ zijn gemeenten en burgers vooral gefocust op de meest in-het-oog-springende aspecten van het transitieproces. Dit is begrijpelijk. Vooral de vraag hoe de overgehevelde 'zorg' vanaf 2015 door familie en mantelzorgers kan worden opgepakt, staat volop in de belangstelling.
De behoefte aan mantelzorgers en vrijwilligers neemt alsmaar toe. Tot zeker 2040 zal Nederland in rap tempo vergrijzen. Om adequaat en duurzaam te anticiperen op de ontwikkeling zou de focus niet op 'zorg' gericht moeten zijn, maar veel meer op het ontwikkelen en revitaliseren van sociale netwerk-relaties. Om als burgers nu, maar ook met het oog op de toekomst, meer voor elkaar te kunnen doen en zorgen, zijn persoonlijke relaties en netwerken essentieel. Mensen hebben nog steeds een wezenlijke behoefte om dingen voor elkaar te doen. En zij zijn daar ook toe bereid. Mantelzorgers bewijzen dit dagelijks. Maar onderlinge betrokkenheid komt in het informele-zorgdomein niet uit de lucht vallen. Daar moet aan worden gewerkt.

Oplossing

Door de specifieke kenmerken, potentiële eigenschappen, onderliggende behoefte en drijfveren van de actoren in het informele-zorgdomein in beeld te brengen, was het mogelijk om een (eenvoudige) model-oplossing te construeren.
Met behulp van deze model-oplossing kan er in het informele-zorgdomein meer schwung en dynamiek ontstaan waardoor burgers beter in staat zijn om in korte tijd ‘nieuwe’ en duurzame (real life) zorgnetwerken te creëren. Dit zijn zogenaamde 'small-zorg-netwerken'. De naam 'small-zorg-netwerk' is afgeleid van het bestaande "Small World Network" model.
Mijn model-oplossing revitaliseert bestaande netwerken. Creëert nieuwe netwerken en verbindt deze onderling met elkaar. Dit is in feite alleen maar mogelijk door de opkomst van een nieuwe bindende factor: een gezamenlijk probleem. Door de overheveling van 'zorg' naar het informele-zorgdomein kampen veel mensen 'opeens' met dezelfde zorgen, problemen, belangen én gezamenlijke drijfveer om er samen wat aan te doen.
Elk small-zorg-netwerk bestaat uit 40 tot 60 leden, variërend in de leeftijd van 20 tot 99 jaar, die ieder vanuit hun individuele competenties, ervaringen, belangstelling of voorkeuren, bereid zijn om elkaar te helpen.
De onderlinge relaties in het ‘small-zorg-netwerk’ zijn gericht op wederkerigheid en niet louter op persoonlijke of huishoudelijke ‘zorg’ gericht. De hulp over en weer bestrijkt juist een veel groter terrein. In het leven van alle dag spelen veel meer zaken en draait ook niet alles om zorg. ‘Small-zorg-netwerken' zijn eenvoudig met elkaar te verbinden, waardoor de impact en slagkracht enorm kan toenemen. Steun van de (lokale) overheden voor deze netwerken vergroot de kans op succes.
De model-oplossing is gebaseerd op kennis van complexe systemen én het (slim) toepassen van bestaande sociale netwerkmodellen. De effectiviteit van deze sociale netwerkmodellen is in het verleden al onomstotelijk bewezen. De oplossing is duurzaam en bespaart veel geld. Bovendien snijdt het mes van deze oplossing aan meerdere kanten, omdat andere actuele transities er ook van kunnen profiteren.

Geen opmerkingen: